29-08-2014, Ik word wakker van de rustgevende monotone adem van mijn vriendin, die naast mij ligt. Het is precies 24 uur geleden dat ik aan de start stond van een nieuwe uitdaging. Meteen voel ik aan mijn benen, zijn ze weer krachtig genoeg?
Ik dwaal af in gedachten met een glimlach naar het avontuur in de bergen.
Oké, we beginnen dus om 09:00 aan de race, maar om bij de start te komen is er een ingenieus transportschema opgezet door de organisatie; ik mag om 06.15 vertrekken. In het hostel waar ik verblijf, waren er ongelukkige zielen die het met een eerder tijdstip moesten doen.
Bij de start voelt iemand nerveus aan zijn kleren, een ander lacht ontspannen. Naast mij wordt een loper gevraagd zijn tas te openen, een steekproef om te zien of hij al zijn benodigde materialen bij zich heeft. Zo niet, dan mag hij niet starten. Een kwartier later kan hij tevreden van start gaan. Als ik omhoog kijk naar de lucht ziet die er mooi en tegelijk dreigend uit, met alle kleuren rood en witte bergtoppen. Een drone vliegt over onze hoofden en brengt extra spektakel met zijn manoeuvres teweeg.
Na de briefing klinken er 3 nationale volksliederen.
Het aftellen begint en na de laatste seconde sprint iedereen door de straten van Courmayeur; ik volg. De helikopter hangt spectaculair boven de kerktoren en na een rondje dorp vliegt hij omhoog richting bergen.
De helling is steil en ik zie dat mijn hartslag nu al maximaal is. Naast mij beginnen enkelen te snelwandelen en ik twijfel om mee te doen. Nog even een stukje dan. Maar als meer dan de helft gaat snelwandelen doe ik mee. Ik zie dat het qua snelheid niet veel uitmaakt maar dat mijn hartslag wel omlaag gaat. We gaan de bossen in en de telescopische stokken komen te voorschijn.
Voor mij doemt een enorme berg op en ver voor mij zie ik stipjes verdwijnen naar een hoogte van 2600 meter. Twee en half uur later, ik heb ze gevoeld, iedere stap en ik sta te tollen op mijn benen. Ik snap het niet, ik heb toch genoeg getraind vraag ik me af.
Ontspannen zit ik een kop bouillon weg te werken en de zon verandert in mistig regen. Ahh gelukkig Hollands weer, even afkoelen.
We mogen dalen en lang ook, de klappen op mijn bovenbenen worden prettig ontvangen. Ik weet dat mijn zwakte wederom kwam omdat ik niet had ontbeten en een gebrek aan acclimatisering van de hoogte. Er volgen meer bergen en dalen met prettige eetplekken waar iedereen zijn wonden likt en/of praatjes maakt. Een enkeling kijkt verdwaasd voor zich uit en lijkt zich af te vragen waarom hij dit toch allemaal doet. Ik weet dat we allemaal gedreven zijn door de gedachte te ontdekken. Ontdekken wat het lichaam aan kan en de plekken te overmeesteren met en door ren snelheid. Elite, erbij horen, bij de kleine groep die finisht.
Na een 50 kilometer text ik een goeie vriend en mijn geliefde.
“Het gaat goed, ik voel me steeds beter. Hoewel het superzwaar is krijg ik een kleine opleving. Nog iets meer dan de helft.”
Ik weet dat de 3 koppen bouillon, een mini bordje pasta, twee appelmoesjes, een halve liter cola en thee me goed hebben gedaan en ik ren zowaar weer.
De regen komt nu met bakken tegelijk uit de hemel vallen. Maar het is warm en ik besluit nog ff geen wissel van de kleding toe te passen. Het komt me wel goed uit zo en ik ben het gewend uit mijn natte kikkerland. Als ik verderop een standje zie met een familie onder een grote parasol, besluit ik ff te stoppen. Thee en koffie. Gewoon zomaar, een franse familie die het leuk vindt ons te verzorgen. Een Engelsman met duidelijk accent, bedankt voor de thee en ik grinnik na mijn tweede kop door de regen verder. Dit is wat het leuk maakt. En ik denk aan het oude vrouwtje die zich vanmiddag zorgen maakte over de krampaanval op mijn bovenbeen. Zij was de verlosser door aan de weg te staan met verkoelend water, toen de hitte was toegeslagen en ik zeiknat van het zweet, door mijn drankvoorraad heen was.
Het begint te schemeren als ik aan de EHBO vraag om vaseline omdat ik mijn benen weer volledig had open geschuurd. Helaas geen crème, wel zuurstoftankjes, zoutoplossingen, infuusjes en wat blijkt een pil voor een Amerikaan die net binnenkomt met plasproblemen en pain in his genitals. Niet wachtend op het vervolg snel ik mijn weg voort. Met een avondpak waar ik een thermoshirt, warme lange broek en net nieuwe ademend, pertex regenjas. Opvallend droog en heerlijk voelend kan ik de nacht in. Op mijn hoofd en om mijn middel een lamp. Een goedkopere oplossing voor de mega stralers die sommigen met zich meedragen.
Volledig exited ren ik door de bossen. Het zicht beperkt zich tien meter rondom. Heel goed opletten nu want door de regen is er een modderstroom ontstaan met boomwortels en stenen. We vallen om de beurt en nadat mijn linkerkant bruin kleurt blijf ik goed opletten en puzzel ik mijn weg naar de volgende post.
Ik heb nu nog twintig kilometer te gaan. Mijn benen zijn totaal verzuurd en ik kan geen gel meer zien. Wederom lukt het me niet om goed te eten en probeer weer wat soep. De laatste afdaling is technisch en zeer steil. Heel rustig probeer ik in het donker te manouvreren en te balanceren over natte gladde stenen. Ik glijd uit en naast mij zie ik de afgrond. Dit parcours vereist rust en inzicht. Ervaring leert mij niet meer als een jonge hond te dalen maar wijs voetje voor voetje te zetten.
Ik zet mijn aluminium stok neer en rust er met mijn volledige lichaam op, totdat ik mijzelf langzaam naar beneden duw. Geschrokken trek ik de stok naar mij toe, maar het is al te laat. Ik zal mijn weg moeten vervolgen met een andere techniek want de extra houvast is verdwenen nu mijn stok doormidden is gebroken.
In de verte klinkt zwaar gerommel en de onweer lijkt in aantocht. Om mij heen loop ik in kleine groepjes de 1300 mensen die ik nog achter me vind zijn in geen velden… of beter gezegd bergen te zien. Laat staan de 600 helden die voor mij lopen want de mist is op komen zetten.
De laatste afdaling door de bossen en het wordt alweer licht. Nog ff volhouden… ik heb me voorgenomen de laatste kilometers met opgeheven hoofd en rug door de straten van Chamonix te vliegen. Aangemoedigd door een handvol mensen ren ik met blijheid naar de finish. Ik spring en breng mijn voeten voor de camera’s in de lucht. Ik lach vrijuit en gelukkig kijk ik om mij heen. Ik kijk en zoek. Langs de kant blije gezichten en warme knikjes en schouderklopjes als waardering. Ik bel mijn vriendin die mij feliciteert met mijn finish. Door de griep kon ze me niet omarmen aan de finish maar dat wordt een halfuur later wel weer goedgemaakt.
In volledige stilte moet ik nog drie kilometer lopen naar mijn hostel aan de voet van de Glace du Boisson. Een enorme gletsjer die me doet beseffen hoe klein we eigenlijk zijn. Met die gedachte bedenk ik me dat het beklimmen van bergen ons even doet groeien in ons bestaan dat we in staat zijn op gelijke hoogte te komen.
Terwijl ik dit typ pink ik een traantje weg, voor mijn overleden broertje die ik op de top van de berg moed hoorde influisteren… op naar de volgende avontuur!